Daly Waters: check! – update

We zijn gisteren zonder problemen aangekomen bij de Daly Waters pub, waar een lekker koel zwembad op ons wachtte. Daarna konden we aanschuiven bij de bbq in de tuin, waarbij de plaatselijke zanger/gitarist/komediant/souvenirmaker voor vermaak zorgde. Tussendoor bezigde hij ook nog wat conservatieve retoriek, maar dat mocht de pret niet drukken.
Ik heb hier alleen veld als ik midden op de weg sta, dus hier laat ik het nu even bij. Foto’s volgen asap. Nu door naar de Barkly Homestead.

Update: We zijn inmiddels bij Barkly Homestead roadhouse aangekomen en onze motelkamer ingetrokken. Deze is netjes en een stuk ruimer dan ons kamertje bij Daly Waters. De foto’s van gisteren en vandaag staan nu ook online.
Ik heb nu ook even tijd om wat meer uit te wijden over het programma van gisterenavond. Dat was nl. best de moeite waard. Bij de Daly Waters pub hoort een overdekt tuinterras en net daarbuiten staat een klein permanent podium. Hier treedt elke avond een man op die aan de overkant woont en daar een souvenirwinkel heeft. Voor zijn optreden werd er (Australische) countrymuziek gedraaid, dus ik verwachtte eigenlijk een countryzanger. Zo begon Chilli (zo heet hij) ook, maar na één nummer begon hij te praten. Nou gebeurt dat wel vaker, maar meestal betreft het dan een kort verhaal over hoe het volgende nummer past in het vaak tragische leven van de betreffende zanger of zangeres. In dit geval begon de beste man echter te informeren waar het geachte publiek vandaan kwam om vervolgens achtereenvolgens Tasmanië, New South Wales en (vooral) Victoria keihard af te kraken (met grotendeels standaard grappen, maar wij kenden die natuurlijk nog niet). Het beloofde dus een interessante avond te worden!
De rest van de show bestond uit countrynummers, meestal snel en soms langzaam, afgewisseld met ietwat te snel vertelde verhalen over Chilli en zijn vrouw, zijn oude liefdes, zijn mates en zijn vroegere betrekkingen. Tegen het einde kwamen daar nog felle aanklachten tegen (federale) politici, tegen bedrijven die productie naar het buitenland verplaatsen en (erg fel) tegen mensen die de vlag willen veranderen. Het was, kortom, een conference waarbij het PVV-publiek zich prima thuis zou voelen!
Hoewel lang niet iedereen liet blijken deze aanklachten te ondersteunen (behalve tegen politici, maar dat is volgens mij universeel), noemde hij wel een paar punten die me al eerder zijn opgevallen deze reis. Met name de aversie tegen wat wij de globalisering zouden noemen, heb ik deze reis al een aantal keer terug zien komen. Zo staat er bij allerlei artikelen zonder directe aanleiding dat producent 100% Australian owned is, op van alles en nog wat staat op meerdere plaatsen groot aangegeven dat het Made in Australia is, hamburgers zijn gemaakt van 100% Australian beef enz. enz. Daarnaast kom je her en der Buy American-achtige initiatieven tegen. Dit alles ondanks het feit dat Australië, als gro(ots)te exporteur van ruwe grondstoffen naar China en Japan, juist enorm van de globalisering profiteert.
Je kunt je ook afvragen hoe positief het is dat iets Made in Australia is. Neem als voorbeeld onze tent. Onze eerste tent was Made in China en kostte in Nieuw-Zeeland (waar tenten overall een stuk duurder zijn dan in Australië, waarschijnlijk als gevolg van de kleinere markt en andere inefficiënties) € 400,-. Het nylon was van een lichte kwaliteit, de gewrichten waren van plastic en het grondzeil was nogal dun, maar de afwerking was prima. Onze nieuwe tent is Made in Australia en kostte, nadat we 30% korting hadden bedongen, ruwweg anderhalf keer zoveel als onze oude tent. De gebruikte materialen zijn van een veel betere kwaliteit, waardoor de tent veel robuuster is, maar de afwerking is op veel punten matig of ronduit slecht. Dat kan ook bijna niet anders, want er gaan minimaal 50 Chinese uurlonen in een Australisch uurloon. Onze oude tent kon dus bij wijze van spreken met de hand gestikt worden en dan nog waren de arbeidskosten lager. Als gevolg daarvan is onze nieuwe tent veel te haastig gemaakt en de kwaliteitscontroleur had waarschijnlijk net genoeg tijd om een sticker te plakken. Het is dus volgens mij een kwestie van tijd voor er in China kwaliteitstenten gemaakt gaan worden en Black Wolf (de Australische producent van onze nieuwe tent) kan dan óf de productie naar China verplaatsen, óf failliet gaan.
Voorlopig lijkt de gemiddelde Aussie het materieel echter nog prima voor elkaar te hebben. De middenklasse Aussie die wij hier tegenkomen heeft een vrijstaand huis, een dikke SUV, een mooie (vis)boot en een grote caravan. In Nederland ben je al blij als je één van deze zaken hebt (maar gelukkig zijn al onze wegen verhard en hebben we toch niet genoeg viswater voor al die boten 😉 ).

We gaan weer de outback in!

Vandaag verlaten we Darwin alweer om te starten met een epische tocht naar de Oostkust, waarbij vergeleken de oversteek van de Nullarbor een wandeling in het park is. Onze bestemming aan de Oostkust is Port Douglas, een stadje iets boven Cairns, zo’n 2800 km verderop. We hopen daar over een dag of 5, op 12 mei, aan te komen. Onze eerste twee overnachtingen onderweg zijn bij Daly Waters, een onwijs leuke outback pub annex motel, en bij de Barkly Homestead, een roadhouse in de middle of nowhere. Vanuit daar gaan we verder richting Mount Isa. De weg die we volgen loopt min of meer door het binnenland. Er loopt namelijk geen weg langs de kust (die is op de meeste plaatsen volkomen onbereikbaar) en de weg die wat meer naar boven loopt, de Savannah Way, is op dit stuk onverhard, in slechte conditie en momenteel grotendeels gesloten. Tussen Broome en Katherine hebben we deze route overigens wel gereden en na Normanton willen we hem ook weer oppakken.

Gisteren hebben we ons voorbereid op de reis naar Cairns, geluncht bij de haven van Darwin en nog een laatste keer gezwommen in de Wave Lagoon. Dat leverde weer veel foto’s van de kinderen op!

Darwin

Het is inmiddels al weer enkele dagen geleden dat we vanuit Katherine zijn doorgereden naar Darwin, de hoofdstad van Northern Territory. Hoogste tijd dus om jullie weer eens te laten weten wat we hier zoal beleven!
We zijn in 2006 ook al in Darwin geweest, toen noodgedwongen een wat langere periode omdat we hier na het probleempje met onze 4wd moesten wachten op een nieuwe camper. Dat was bepaald geen straf, ontdekten we toen, want Darwin bleek een ontzettend relaxte en gezellige stad waar een hoop te beleven valt. Een hoogtepunt vonden we toen de Mindil Beach sunset markets, een markt met heel veel verschillende eetstalletjes en daartussen de nodige snuisterijen, vlakbij een mooi strand, van 5 tot 10 ‘s avonds. Reden genoeg dus om daar eergisteren nog een keer heen te gaan. Het risico met zo’n tweede bezoek, zeker als er ruim vier jaar tussen zitten, is dat het tegenvalt. Dat bleek bij de sunset markets echter allerminst het geval; het was zelfs leuker dan we ons herinnerden! We hadden verwacht dat het, zo vroeg in het seizoen, nog wat rustig zou zijn, maar het toch niet al te kleine “parkeerterrein” (een enorm weiland waarop globaal staat aangegeven hoe je ongeveer kunt parkeren) stond al behoorlijk vol toen wij, om half 6, aankwamen en toen moesten de meeste mensen nog komen! Typisch Australisch is wel dat er uiteindelijk werkelijk overal auto’s stonden, zonder dat dit problemen opleverde. Ook op de markt zelf ging het er vreselijk ontspannen aan toe. Ondanks de drukte kwam je nergens in het gedrang, mensen wachtten rustig hun beurt af en de kinderen kregen alle ruimte. Het hielp daarbij wel dat de eetstalletjes goed voorbereid waren op de drukte, waardoor je nergens lang stond te wachten. We hebben ons eerst op de Nederlandse poffertjes gestort, die bereid werden door vriendelijke in oranje geklede Aziaten die van ons wilden weten of ze wel een beetje Nederlands smaakten, want zelf hadden ze nog nooit de gelegenheid gehad om de echte Nederlandse poffertjes te proeven. Wij vonden dat ze prima door de beugel konden en zijn via de fruitsalades doorgestoomd naar de Vietnamese keuken. Geen idee meer wat we daar hebben uitgezocht, maar het was erg lekker. We zijn geëindigd bij de verse vruchtendranken, waar we allemaal een werkelijk gigantische fruitshake hebben gekocht. De kinderen konden hun portie, ook met heel veel inzet, niet weggedronken krijgen en dus eindigden papa en mama met ieder ongeveer 2 liter vruchtendrank in hun maag. Tussendoor was er nog een schitterende zonsondergang op het strand met als extraatje een spectaculaire vliegshow. Vandaag (zaterdag) is de openingsceremonie van een groot sporttoernooi hier waar deze luchtshow onderdeel van uitmaakt en wij kregen onverwacht de generale repetitie te zien! Al met al een onvergetelijke avond en ik kan nu al zeggen dat we de volgende keer dat we hier zijn weer gaan :-).
Overdag waren we naar het Territory Wildlife Park geweest. Dit ligt ongeveer 40 km ten zuiden van Darwin. Hoogtepunt voor de kinderen was het aquarium waarin een hele grote zoutwaterkrokodil zit en waarin een tunnel is waarin grote zoetwatervissen zitten (zoetwaterroggen en een zoetwaterzaagvis). GJ heeft tijdens een voedersessie pijlstaartroggen gevoerd. We hebben nog een (roof)vogelshow gezien. Al met al was het een hele lange dag voor de kinderen (en voor papa en mama).
Gisteren hebben we een rustige dag gehad. We zijn naar een speeltuin geweest en hebben een kleine en weinig spectaculaire wandeling, de Mangrove Boardwalk, gedaan. Na de lunch zijn we naar het Waterfront van Darwin gegaan. Ze hebben daar de Wave Lagoon, eigenlijk een zoutwater zwembad waarin ze een strand hebben nagebouwd, maar dan zonder zand, zonder krokodillen en allerlei andere vervelende zeesteekbeesten. Wel kunnen ze er hele grote golven maken. Ze hadden er surfboards en opblaasbare banden waarin je lekker in de golven kon drijven en “surfen”. Hier hebben we een aantal relaxte uurtjes gehad. ‘s Avonds in het motel hebben we lekkere biefstuk en worstjes gemaakt.
Vandaag hebben we besloten om nog maar een nachtje te blijven. Johanna begint de dag met de was. Al het campingbeddegoed in de wasmachine, posten en onze verdere route bepalen. De kinderen willen graag nog een keer naar het zwembad met de g(r)olven (en papa ook 😉 ).

Katherine / Nitmiluk NP

Gisteren zijn we van Kununurra naar Katherine gereden. We hadden deze weg niet eerder afgelegd en eerlijk gezegd hadden we er zulke hoge verwachtingen van. Het bleek echter een schitterende route, behoorlijk scenic en met allerlei mooie rivieren en stroompjes onderweg. Het was ook een erg rustige weg, met onderweg één dorpje en één roadhouse, en dat op een afstand van 520 km! Ook deze weg was her en der behoorlijk beschadigd in de regentijd, maar geholpen door de hogere maximumsnelheid in de Northern Territory (130) kwamen we op tijd voor de lunch in Katherine aan. Toen we hier in 2006 waren hadden ze hier overigens nog geen maximumsnelheid (vergelijkbaar met Duitsland) en woedde er een felle discussie tussen voor- en tegenstanders over het nut en de noodzaak daarvan. Blijkbaar hebben de voorstanders van een maximumsnelheid gewonnen, zij het dat deze 20 km boven die van de andere staten ligt.
Bij Katherine ligt een mooie nationaal park, Katherine Gorge / Nitmiluk geheten. GJ herinnerde zich van de vorige keer dat de camping bij dit park erg mooi was en dus zijn we vanuit Katherine een stukje doorgereden om daar te gaan kamperen. Dat was een goed beslissing, want dit is misschien wel de meest relaxte camping die we op deze reis hebben meegemaakt. Toen we aankwamen werden we opgewacht door grazende wallaby’s, we mochten zelf een grassig plekje uitzoeken (ruimte zat), het tropische zwembad is supermooi met een bar erbij en naast het zwembad hangen de bomen vol met vleermuizen die na zonsondergang massaal uitvliegen. Er zijn ook geen vervelende lantaarnpalen, dus we kijken ‘s avonds naar een fantastische sterrenhemel. ‘s Nachts is het niet echt rustig, want vanaf een uur of 5 komen de vleermuizen terug en beginnen ze te ruziën om een plaatsje in de boom. Daarnaast staat er een kudde wallaby’s letterlijk naast te tent te grazen en dat hoor je ook best goed! Maar OK, dat hoort er allemaal bij als je in de natuur wilt staan. Straks in het regenwoud van Queensland zal het nog wel erger worden, dus we kunnen er nu maar beter aan wennen.
Vanochtend hebben we dan ook besloten hier nog een dagje te blijven staan. Dat gaf ons de gelegenheid om een waterval met zwemgelegenheid, Edith falls, te gaan bekijken. Daar aangekomen bleek dat het onderste meertje nog niet vrij van krokodillen was, maar daarboven ligt een ander meertje waar de krokodillen niet bij kunnen komen. Met een half uurtje lopen waren we daar en konden we uitgebreid gaan genieten van alles wat zwemmen in de natuur te bieden heeft, zoals zwemmen onder watervallen en je laten meeslepen met een soort natuurlijke waterglijbaan in de vorm van een stroomversnelling. Vooral dit laatste viel zeer goed in de smaak bij Dennis en Ilse, ze zijn wel 40 keer op en neer geweest!
De natuur had ook minder prettige dingen te bieden, zoals glibberige rotsen en natuurlijk maakte Johanna een uitglijder en nu heeft ze een pijnlijk achterwerk. Hopelijk is het morgen niet helemaal verstijfd. Aan ons lekkere luchtbed (onze kampeeruitrusting wordt steeds uitgebreider 🙂 ) kan het niet liggen. Na een warm half uurtje terug wandelen zijn we weer naar de camping gegaan en hebben we daar nog bij het restaurantje aan het zwembad gegeten en gezwommen. Ook GJ wist zich daarbij te bezeren. Hij had een iets te fanatieke borstcrawl en zwom met zijn hoofd tegen de rand van het zwembad aan. Een dikke bult op zijn hoofd en bijna een tand door de lip waren het gevolg. Morgen vertrekken we richting Darwin om daar 2 of 3 nachtjes door te brengen. We zullen dan ook even wat foto’s bij dit stukje plaatsen, want nu is de laptop bijna leeg en we hebben natuurlijk geen elektriciteit op deze natuurcamping ;-).