Deze post zou eigenlijk “Groeten uit Cocklebiddy” heten, wat ik zelf een veel leukere titel vind, maar in Cocklebiddy hadden we helaas geen Internet :-(. Dat lijkt logisch, aangezien Cocklebiddy niet meer is dan een roadhouse langs de snelweg over de Nullarbor, maar in het roadhouse waar we lunchten, Eucla, had ik nog een uitstekende verbinding. Blijkbaar is Telstra gestopt met GSM-masten plaatsen toen de grens met West-Australië was bereikt.
De Nullarbor zelf heeft ons trouwens behoorlijk verrast. We hadden verwacht door een woestijnachtige omgeving te rijden, zoals langs de Stuart Highway of de Tanami track. Je ziet dan langs de weg alleen maar rode aarde en gele graspollen en struiken. De Nullarbor is echter (in ieder geval op dit moment) ontzettend groen! Daarnaast wordt de hele route tussen Port Augusta en Norseman vaak de Nullarbor genoemd, maar feitelijk is alleen het stuk tussen het begin van het Nullarbor park in Zuid-Australië (zie foto) en de grens met West-Australie boomloos. De rest van de route is daar ruimschoots van voorzien, al is het ook weer geen bos. Wij vonden het een erg mooie route, zij het wel wat lang (Norseman – Ceduna is 1200km). De weg was ook wat drukker dan verwacht, ik schat dat we vandaag toch al snel 150 tegenliggers hebben gezien en zo’n 35 auto’s hebben gepasseerd voor we in Norseman waren. Voor een Outbackroad is dat best veel.
Hoe dan ook, gisteren hebben we dus overnacht in het roadhouse/caravanpark/motel te Cocklebiddy. Zo’n roadhouse is op zichzelf al een interessant gegeven. Het is een rustplaats langs de snelweg op een plek waar je eigenlijk een dorp zou willen hebben, maar dat is er niet omdat niemand er wil wonen. Je kunt er dus tanken (erg belangrijk), eten, allerlei belangrijke zaken voor jezelf en voor de auto kopen en vaak ook slapen. De roadhouses op de Nullarbor zijn echter zo afgelegen (het dichtstbijzijnde dorp vanuit Cocklebiddy, Norseman, ligt bijna 450km verderop) dat het voltallige personeel (6 tot 10 personen, afhankelijk van het seizoen) achter het roadhouse moet verblijven tussen hun diensten door. Er ligt dus een aantal vervallen houten barakken achter het roadhouse, naast een stel lawaaiige generatoren, en daar slaapt het personeel. Het motel was gelukkig uit steen opgetrokken, buiten gehoorafstand van de generatoren en best netjes. Je kon er niet koken, maar dat hebben we opgelost door een kastje naar buiten te dragen en daar ons camping gasstel op te zetten, zodat we onze maaltijd voor de deur konden bereiden. De avond was verder tamelijk saai. We waren bij de grens bij West-Australië anderhalf uur terug in de tijd gegaan, dus we lagen vroeg op bed.
Vanochtend waren we vroeg (rond 6 uur) uit de veren en voor half 8 uur reden we al weg bij het motel. We moesten nog 640km rijden naar Esperance, maar dankzij onze vroege start waren we daar al voor 3’en. We konden dus op ons gemak een goede camping uitzoeken, tent opzetten en eten regelen. Het opzetten van de tent duurt nu wat langer dan bij de oude tent, maar dat komt voornamelijk omdat deze tent minimaal 2 keer zoveel haringen nodig heeft als de oude. Hij staat daardoor wel een stuk steviger! Morgen gaan we de omgeving hier verkennen. We gaan dan o.a. naar Lucky Bay, een strand dat meerdere malen tot het mooiste van Australië is uitverkozen, dus we hebben hooggespannen verwachtingen.
Kangaroo Island en verder
We zijn alweer een paar dagen verder maar we willen jullie nog updaten over onze belevenissen (behalve de omgewaaide tent) op dit fantastische eiland. We dachten eerst dat het een soort tourist trap zou zijn. Veel gepromoot en daarom overbevolkt door toeristen met allerlei semi-bezienswaardigheden en alles veel te duur. Het laatste is wel een beetje waar, maar het is een fantastisch eiland. In de periode dat wij er waren, waren er weinig toeristen en de eerste twee dagen hadden we heel mooi weer. Nadat we woensdag waren aangekomen op het eiland zijn we naar een camping aan de andere kant van het eiland gereden en hebben we onze tent opgezet. Deze camping had een hele leuke campingkeuken met veel banken, een open haard en een pingpong tafel. Donderdag zijn we naar Seal Bay gegaan en hebben we de aldaar aanwezige Australische zeeleeuwenkolonie bekeken vanaf de boardwalk (natuurlijk tegen betaling). Daarna zijn we een cafeetje gaan zoeken voor de lunch en dat was toch wel een kilometertje of 30 onverhard rijden. Daar kwamen we bij een Marronkwekerij (zoetwaterkreeft). Daar hebben we heerlijk geluncht. De prijs was wel van een niveau dat we ‘s avonds rijst met spam moesten eten :-(. Aan het einde van de middag hebben we nog aan het strand bij Hanson Bay, een mooi strand vlakbij de camping, gezeten. De volgende ochtend bleek op de camping een moederkoala met jong in een boom te zitten. Aan het einde van de dag zaten ze er nog. De vrijdag hebben we het Flinders Chase Nationale Park bezocht en daar Remarkable Rocks en Admirals Arch bekeken. De Remarkable Rocks kan ik wel beschrijven, maar jullie kunnen beter de foto’s bekijken. De Admirals Arch was ook geweldig; Seal Bay was er niets bij. Talloze spelende/zwemmende/zonnende/slapende zeehonden (type New Zealand Fur Seal). Heel erg leuk. Daarna nog geluncht in de park en toen weer terug naar de camping voor een rustig middag. Echter daar bleek dat onze tent de harde (tot windkracht acht) windvlagen niet had overleefd. De helft van de haken van de buitentent was afgebroken en allerlei stokken en koppelingen waren krom. We hebben de tent toen zo netjes mogelijk afgebroken en ingepakt en bij de campingreceptie een cabin voor de nacht geboekt. De receptioniste had gelukkig medelijden met ons en regelde een flinke korting.
De volgende dag gingen we terug naar het vasteland van Australië. We zijn teruggereden via de noordkant van het eiland, door afwisselend zonneschijn en regenbuien. Terug op het vasteland pastte de bagage gelukkig weer in onze auto en zijn we richting Adelaide gaan rijden, waar we eerst een stop bij een outdoorstore gemaakt hebben om extra scheerlijnen en karabijnen te kopen in de hoop dat onze tent nog te redden was.
We hebben op zaterdagavond in een huisje overnacht op een camping net ten oosten van Adelaide. De volgende ochtend toch maar onze tent even opgezet. Helaas was toch echt de stabiliteit uit de koppelingen en hebben we na veel wikken en wegen besloten toch maar een nieuwe te kopen. We hebben heel rigoureus de oude tent in de vuilcontainer bij de kampeerwinkel gegooid. Onze nieuwe tent is van hetzelfde principe “rapid pitch”, echter het materiaal en de uitstraling zijn veel robuuster. Grappig detail is dat we van de kampeerwinkel eerst het verkeerde type hadden meegekregen. Wij hebben nu namelijk een Black Wolf Turbo Lite Twin 240, maar in eerste instantie kregen we een Black Wolf Turbo Lite Plus 240 mee, zoals jullie zien maar één woordje verschil. Op zo’n 5 km van de winkel kregen we twijfels omdat het pakket dat we meegekregen hadden lichter was dan we verwacht hadden en bij een benzinepomp hebben we dit gelukkig nagekeken. Weer terug naar de winkel, het goede en grotere/zwaardere pakket meegekregen, even tetris spelen met de bagage en rijden maar. We zijn die avond geëindigd op een camping bij Port Pirie. Ondanks het feit dat we goede ervaringen hebben met de keten waartoe deze camping behoord (Family Parks) had deze hele slechte faciliteiten (en was relatief duur). We hebben de tent opgezet en lekker geslapen. De nacht was wel ietwat koud. Vandaag zijn we doorgereden naar Ceduna. Onderweg hebben we nog wat buien gehad en aan de begroeiing te zien was dit niet de eerste dag. Alles was heel erg begroeid en groen, iets wat je niet verwacht op deze route. Vanochtend direct maar een cabin geboekt want morgen hebben we heel wat kilometers op de Nullarbor voor de boeg.
Ik wil jullie even nog wat nieuwe van Dale woordjes van Laura en Ilse meegeven. Een salamander is een sandermander (naar ons neefje Sander), een hagedis is een harige dis en golven op de strand zijn grolven. De kinderen vermaken zich prima, houden zich tijdens een lange autorit goed, soms is er nog wel eens een vlaag heimwee. Skypen met de vriendjes afgelopen week was erg leuk en de berichtjes op de website van familie en vrienden zijn ook erg fijn.
Een tragische dag…
Op de dag af twee maanden geleden kwam ze in ons leven. Wij hadden haar vooraf al bekeken en zij had ons betoverd met haar vele functies en haar gebruiksgemak. Haar welvende vormen en klassieke kleuren pasten in elke omgeving. Haar solide uitrusting en ruime binnenruimte waren een genot om te beleven. Het gemak van haar pitch-o-matic systeem leverde ons altijd weer bewonderende en soms zelfs jaloerse blikken op. Zij hield ons droog en beschut in warme en koude nachten, bij regen en zonneschijn.
Nu is het voorbij. In een onbewaakt moment smeet een windvlaag met stormkracht haar tegen de grond en brak daarbij haar bevestigingen, vervormde en scheurde haar gewrichten, verboog haar stokken. Zelfs als wij erin slagen haar weer enigszins op te kalefateren zal zij nooit meer dezelfde zijn. Het is waarlijk een tragische dag.
Hieronder enkele foto’s van onze tent in betere tijden.
Naar Kangaroo Island
Gisterenochtend hebben we ons eerst beziggehouden met de nodige “administratieve zaken”. Dat had te maken met 2 dingen:
1. Bij het ophalen van de huurauto in Sydney kregen we te horen dat we deze, ondanks toezeggingen van de reisorganisatie in Nederland (de huurauto voor mainland Australië is het enige onderdeel van de reis dat ik niet rechtstreeks heb geregeld, is een lang verhaal dat ik nog wel eens ga uitwerken op de pagina autohuur), niet mee naar Kangaroo Island (KI) mochten nemen. De oplossing van de reisorganisatie was op zich sympathiek, zij zouden voor de trip naar KI een andere auto regelen, die wel mee naar het eiland mag. Helaas kregen we na een week te horen dat hen dit niet ging lukken. We mochten wel zelf een auto regelen en de kosten bij hen declareren. Met een uurtje bellen gisterenochtend was dat geregeld, terwijl de reisorganisatie nota bene met een lokale agent werkt. Je vraagt je af wat die voor meerwaarde oplevert! Hoewel we nu de kosten moeten voorschieten, is het voordeel wel dat het nu goed geregeld is.
2. Bij het ophalen van de huurauto bij Avis in Sydney had GJ nog speciaal aangegeven dat we flink wat kilometers gingen rijden en gevraagd hoe dat geregeld moest worden met een eventuele servicebeurt. De verhuurmedewerkster (type weinig klantvriendelijke muts) zei dat er genoeg olie en zo in zat en de auto dus voorlopig geen servicebeurt nodig had (je hoeft dus blijkbaar niet veel van auto’s af te weten om ze te verhuren). We hebben het er toen verder maar bij laten zitten, maar net voor Adelaide begon onze auto, zoals moderne auto’s dat doen, om een servicebeurt (30.000 km) te vragen. Aangezien we de nog zo’n 10.000 km moeten rijden voor we weer bij de oostkust zijn en Avis geen auto’s uitwisselt met de westkust, toch maar even naar het verhuurkantoor gebeld. We kregen dit keer iemand aan de lijn die snapte wat er aan de hand was en gelijk regelde dat we de auto konden omwisselen op Adelaide airport. Daar zijn we dus tegen de middag heen gereden en nu hebben we exact dezelfde auto, maar dan blauw ipv rood en met 3000 km op de teller. Ook heeft dit exemplaar een iPod interface, wat mooi meegenomen is gezien alle Apple gadgets die we met ons meeslepen.
Nadat we rond het middaguur de auto hadden gewisseld heeft GJ, terwijl de kinderen op het strand speelden, nog een stukje gepost en de ferry naar KI geregeld. waarna we naar Victor Harbor zijn gereden om te overnachten. Vanochtend zijn we naar KI gevaren en nu zitten we in onze tent op een camping op Kangeroo Island. De wallaby’s grazen om de tent (we hebben er net al één weggejaagd omdat we bang waren dat hij/zij de stroomkabel zou doorknagen, maar terwijl ik dit schrijf hoor ik een andere op minder dan een meter van de tent) en we hebben een zeer heldere sterrenhemel. De keuken had zelfs een open haard en allemaal houten banken. Voor KI heeft GJ de goede provider gekozen en we zitten nu met internetverbinding in onze tent dit berichtje te typen. De komende dagen hebben we zelfs een site met elektra (we hadden al een verlengsnoer gescoord bij de Australische Gamma), dus wat willen we nog meer.
Het ophalen van de auto hier was nog erg grappig. We werden bij aankomst van de ferry op KI opgewacht door iemand van Hertz die onze RAV4 kwam afleveren Ter plekke werd even het huurcontract geregeld en kregen we nog wat tips over mooie stranden en wegen waar je moest oppassen voor overstekende kangaroes.
Wanneer je trouwens denkt aan Kangeroo Island dan verwacht je een hele grote ferry maar de boot naar Vlieland is er reuze bij en de havens aan weerskanten ook. Het eiland is weer veel groter dan verwacht, ongeveer de helft van Kreta oftewel 110 keer zo groot als Vlieland (en ruim 27 keer Texel). Vandaag zijn we b.v. naar de camping aan de andere kant van het eiland gereden (wel via een kleine omweg) maar de kilometerteller is alweer 175 km verder. Morgen hebben we gepland een kleine wandeling vanaf de camping te doen en naar een grote zeehondenkolonie ter rijden. Straks lekker slapen in de tent die nu al nat is van de dauw. Morgen belooft qua weer een mooie dag te worden!