Terug in Vancouver

GJ: We zijn weer terug in Vancouver op de laatste avond van onze vakantie in Canada. Terugkijkend kwam onze vakantie rustig op gang, maar de laatste 2 wegen zijn echt omgevlogen. Op het ene moment kwamen we aan bij de Sunshine Coast, het volgende moment gingen we naar Vancouver Island en een ogenblik later zaten alweer we op de ferry terug. Het heeft niet zoveel zin om de laatste 2 weken nu alsnog in detail te beschrijven, dus we houden het bij een korte samenvatting en wat specifieke zaken die ons zijn bijgebleven.

Zo’n 2 weken geleden kwamen we aan bij Sunshine Coast. Dit is de naam van de kuststrook die boven Vancouver ligt en die alleen met een ferry te bereiken is, hoewel die strook dus gewoon onderdeel is van het vasteland van Canada. We hadden gehoord dat het daar erg mooi is en dat klopt ook, hoewel we het niet persé mooier vonden dan de andere stukken Canada die we inmiddels gezien hadden.

Tot aan dit punt had ik de reis vanuit huis redelijk strak georganiseerd. De route was uitgezocht en ons onderdak voor alle nachten was ook al geboekt. Een paar maanden voor we vertrokken kon ik echter al geen reservering meer maken voor de ferry naar Sunshine Coast (zie ook wat Johanna daarover geschreven heeft in onze vorige bijdrage), dus qua planning zaten we een beetje vast. Daar kwam bij dat ik het in de maanden voor vertrek enorm druk had op mijn werk en sowieso weinig tijd aan de vakantie kon besteden. Lang verhaal kort: zo’n beetje alles vanaf onze overtocht naar de Sunshine Coast moesten we ter plaatse boeken. Het idee was om na de ferry-overtocht een nachtje in een motel door te brengen en daarna een paar dagen te gaan kamperen.

Die eerste nacht hebben we op de ferry geboekt. De keuze viel op een pas gerenoveerd motel in Sechelt. Hoewel het mogelijk bleek om een camping te vinden waar we daarna de tenten op konden zetten, beviel dit motel en de omgeving zodanig goed (vooral bij de kinderen, die ook wat moeite hadden met het ontbreken van enige mobiele ontvangst op de geselecteerde camping) dat we ter plaatse nog 2 nachten bijgeboekt hebben. Dat was ook voor de ouders geen straf, want we zaten naast een ontzettend leuke pub aan het water, dus die konden zo’n beetje voor het eerst deze vakantie gezellig een biertje op het terras doen aan het eind van de dag. Overigens zonder dat we het risico liepen dat het laat werd, want rond 22:00 was de hele boel uitgestorven, ook in het stadje zelf.

Dat is sowieso iets dat ons in Canada is opgevallen: het vrijwel volledig ontbreken van nachtleven. Zelfs in Vancouver lijkt na 10 uur ‘s avonds niets meer te gebeuren, maar in kleinere stadjes en dorpjes is dat zeker het geval. Eigenlijk was Kelowna de enige plek waar we tijdens onze reis nog enige activiteit na zonsondergang konden vinden. Restaurants sluiten meestal de deuren al tussen 20:30 en 21:30, maar niet zelden ook al eerder. Daarnaast wordt er ook tamelijk geforceerd omgegaan met alcohol in het openbaar. We zijn bijvoorbeeld meerdere keren bij een live concert in de open lucht, b.v. in een park of op een plein, geweest. In Nederland zou je dan zeker ook wat tappunten organiseren zodat iedereen met een biertje in de hand naar de bands kan kijken. Hier zie je echter niet eens een limonadekraampje. Mensen gaan zitten op hun zelf meegenomen of vooraf geplaatste stoelen en hebben misschien wat flesjes water bij of soms een frisje, maar in ieder geval geen alcohol. Het blijft daardoor erg beschaafd allemaal, maar ook wel wat saai.

Niettemin hebben we het uitstekend naar onze zin gehad in Sechelt aan de Sunshine Coast en voor we het wisten was het al weer tijd om door te reizen naar Vancouver Island, waar we een afspraak hadden met oude bekenden.

Johanna: Met het verhuizen van Yenay (de oude acro partner van Ilse) in 2020 naar Victoria, kregen we de uitnodiging om zeker langs te komen als we in de buurt waren. Nu is het eindelijk gelukt. En wat zijn we hartelijk ontvangen door Yenay, Amy, Paul, Zoëy, Inez en Kai! En toevallig werd ik in deze dagen ook nog eens 50. Heel leuk om dit met ze te vieren. Yenay was een uitstekende gids en heeft ons twee dagen Victoria laten zien. ( o.a Downtown, Butterfly Gardens, Thetis Lake en niet te vergeten een huge Wallmart). Paul en Amy hebben ons getrakteerd op heerlijke ontbijtjes en twee lekkere BBQ’s. Van Zoëy hebben we vanalles geleerd over het Canadese schoolsysteem en Kai heeft ons zijn zelfgemaakte spel laten spelen. De laatste dag mochten we met Inez mee op een kayaktour in de haven van Victoria. Super interessant en hele leuke/lieve/kleine en pasgeboren zeehondjes van dichtbij gezien. Inez en Kelp Reeftours dank! 

Op de dag van mijn 50ste verjaardag zijn we uit eten geweest bij de Beachhouse, lekker eten en vooral een heel mooi uitzicht! Superleuk ook dat de meiden elkaar weer gezien hebben, het was alsof ze de week ervoor nog samen getraind hadden!

GJ: Na ons verblijf bij Amy en Paul hebben we nog een paar nachten gekampeerd bij Campbell River, op de Elk Falls campground. Wederom een erg mooie camping waar je bovendien erg leuke wandelingen kunt maken. Tijdens één van de wandelingen gebeurde er iets wat we hier nog niet eerder hebben meegemaakt: het begon keihard te regenen!
In onze weken hier hebben we eigenlijk alleen nog maar goed weer gehad. Ik ben hierheen gekomen met één lange broek in mijn bagage en die is mijn tas nog niet uitgeweest. De hele reis hebben we temperaturen tussen de 22 en 34 graden gehad, met alleen een ‘s nachts soms een paar druppels regen. Deze regenbui was dus een nieuwe ervaring hier.

Gelukkig duurde de bui niet heel lang, maar het duurde een stuk langer voordat we weer een beetje droog waren, want onze droge kleren hadden we helaas in de tent laten liggen. Niettemin was dit kinderspel vergeleken bij de hoeveelheid regen die er in Nederland is gevallen, zo hebben we inmiddels begrepen. We gaan het vanaf morgenmiddag weer meemaken!

Jasper NP en terug naar de kust

GJ: We lopen vreselijk achter met onze berichtgeving, want inmiddels zitten we alweer een week op Vancouver Island, maar in het vorige bericht heb ik beloofd dat ik verder zou gaan waar ik gebleven was; bij onze avonturen in Jasper National Park.

We stonden daar weer op een camping, Wabasso Campground, in Jasper National Park. Ik had hier in 2020 al een mooie plek uitgezocht en het was me zowaar gelukt om deze dit jaar opnieuw te reserveren. Dat ik dit in 2020 goed had uitgezocht bleek al direct bij het inchecken, want zodra ik het nummer van onze kampeerplek noemde, barstte de Parkranger die ons incheckte uit in een lofzang van een minuut of 5 over specifiek deze plek. Het was blijkbaar zijn favoriete plek, aan de rivier, fantastisch uitzicht, lekker ruim, beschut enz. enz. We werden er helemaal blij van. Helaas ontdekten we niet veel later dat deze plek ook voor grote aantallen muggen aantrekkelijk is, maar dat wisten we toen dus nog niet.

Onze plek was inderdaad erg mooi gelegen, maar dat was vooral ook in vergelijking met de andere plekken, die dicht bij elkaar en zonder al te veel begroeiing waren, totaal anders dan bij de campings waar we eerder gestaan hadden. Een andere nieuwe ervaring was dat het ging regenen, net toen de tenten stonden en we wilden gaan koken. Gelukkig was er een cooking shelter beschikbaar, waar het al snel gezellig druk werd, onder andere met een andere Nederlandse familie die aan het tent kamperen was (de meeste andere Nederlanders die we hier tegenkomen hebben een camper gehuurd). Gelukkig werd het al snel weer droog en konden we ons kampvuur weer aansteken. Onze overburen hadden die volgorde omgedraaid, eerst kampvuur aansteken en dan gaan koken bij de shelter, maar dat is dus niet de bedoeling. Het onbewaakte kampvuur werd na een korte inspectie genadeloos gedoofd door een passerende Parkranger en hun fire permit, de vergunning om een kampvuur te mogen maken, werd ingetrokken, dus verder geen kampvuur meer voor onze overburen.

De volgende dag was het tijd om de omgeving te gaan verkennen en toevallig zat er vrij dicht bij onze camping een leuke rit en wandeling naar Mount Edith Cavell, genoemd naar een Britse verpleegster uit de Eerste Wereldoorlog. Om er te komen rij je eerst een behoorlijk smalle en bochtige weg omhoog, waarna er een relatief eenvoudige wandeling naar een gletsjer volgt. Dit was een welkome afwisseling ten opzichte van de dag ervoor, toen we de auto eenvoudig langs de Icefields Parkway geparkeerd hadden, om vervolgens een korte maar zware hike naar een andere gletsjer te doen, Parker Ridge. Deze hike staat aangegeven als niet al te moeilijk, maar als je op 2 km hoogte begint, is een klim van een meter of 300 toch echt anders dan wanneer je op zeeniveau begint! Hoe dan ook waren beide wandelingen de moeite meer dan waard.

Nadat we de gletsjer bij Mount Edith Cavell hadden bekeken, zijn we nog even naar Athabasca Falls gereden. Daar was het een stuk warmer (en drukker). Het had behoorlijk geregend ‘s nachts en de waterval was dan ook erg indrukwekkend.

‘s Avonds was het natuurlijk weer tijd voor een kampvuur, en met wat oefening gaat het houthakken, ondanks een te kleine botte bijl, steeds beter!

Johanna: De volgende dag, 26 juli was het inmiddels, hebben we alle kampeerspullen weer ingepakt en zijn van Jasper naar Kamloops gereden. Wat een enorm mooie weg is dit, weer vele mooie uitzichten en meertjes.

De moteleigenaar in Kamloops was een Engelsman die in de marine had gezeten en ook een tijdje in Den Helder had gewoond. Hij vertelde dat het hartje zomer 40 graden werd in Kamloops, zo rond half augustus, en dat het hartje winter -30 kon zijn. De sneeuwscooters zagen we dan ook her en der in de achtertuinen staan.
We zaten letterlijk bovenin het centrum van Kamloops. De 20 minuten wandeling naar beneden (en later ook weer omhoog 😉) had een behoorlijk stijgingspercentage. Onze kuitspieren worden deze vakantie behoorlijk op de proef gesteld, maar ja, wij gekke Nederlanders gaan dan lopen. Geen enkele Canadees zie je lopen, tenzij ze aan het sporten zijn of een hike doen, maar om van A naar B te komen pak je echt de auto hier.
De volgende dag was het alweer tijd om door te rijden naar onze volgende stop: Pemberton. Iets voor Pemberton, een klein dorpje weer een half uurtje voor Whistler, draaiden we het terrein van ons motel op en we rijden zo bijna tegen een beer aan (nou ja, iets overdreven, maar de beer was toch op 10 meter afstand of zo aan rondscharrelen bij de trampoline en de schommel. De nodige foto’s en filmpjes gemaakt en toen de beer vond dat hij genoeg gefotografeerd was is hij weer vertrokken. De motelman gaf aan dat dit de huisbeer was en dat er ook nog een moederbeer met 3 jongen was. Terwijl GJ aan het betalen was, renden deze op grasveld langs… Daarna nog af toe naar buiten gekeken en de beer nog een paar keer gezien. De kids zijn maar niet gaan trampolinespringen.

De volgende dag, vrijdag 28 juli, zijn we vanuit Pemberton naar the Sunshine Coast gereden. Het laatste stukje van de Sea to Sky highway of in ons geval de sky to sea highway. Weer veel gletsjermeren en steep winding roads, uitzichtpunten op besneeuwde bergen en veel groene bomen. En even een snelle stop gedaan in Whistler. Helaas geen tijd om te overnachten hier, maar een heel leuk plaatsje. Toen we eenmaal bij sea waren moesten we ook een ferry overtocht maken. De paar dagen ervoor waren we best wel even bezorgd of dit wel zou lukken, elke keer waren alle boten op deze vrijdag vol als we keken op de site. We hadden ons er al bij neergelegd dat we maar zouden aansluiten bij de rij auto’s zonder reservering en hopen dat we naar de overkant zouden komen. We hebben een paar keer het Canadese nieuws gekeken en daar was één van de items dat de wachttijden bij BC-ferries zo lang waren en de overzichten niet accuraat zijn en we zagen alleen maar mensen die heel lang aan het wachten waren. Kortom we hielden ons hart vast.

De avond tevoren bijna tegen beter weten in toch nog even gekeken op de ferry-site en warempel, er was een reservering open op de afvaart van 14:25. Direct boeken, gelukt en meteen daarna was die afvaart ook niet meer te boeken. Op vrijdag meldden we ons dus netjes iets meer dan een uur van te voren in de haven. Blijkt dat de eerdere boot vertraging had en omdat wij een reservering hadden werden we bijna zonder stoppen die boot op geleid langs heel veel rijen auto’s en 5 minuten later voeren we de haven uit. Gelukkig hebben we voor de volgende afvaarten naar Vancouver Island en terug ook gewoon een reservering, maar soepeler en sneller dan dit kan het echt niet gaan.